Iedereen rechter: Hoe we snel verglijden in stereotiep denken over slachtoffers en plegers

Afgelopen donderdag is in Vlaanderen een Weinstein-bom losgebarsten: Bart De Pauw meldde via de media dat de VRT niet meer met hem en diens productiehuis Koeken Troef! wenste samen te werken vanwege klachten over grensoverschrijdend gedrag. Bart De Pauw werd beschuldigd van intimiderend seksueel getint en pornografisch sms-verkeer met en stalkingsgedrag ten aanzien van diverse vrouwen.

In een mum van tijd stuurden dit ontslag en de aard van de aantijgingen een golf van verontwaardiging doorheen Vlaanderen. Iedereen had een mening vooraleer men de feiten goed kende. De vermeende slachtoffers werden aan de galg gehangen. De waarachtigheid van hun verklaring werd in vraag gesteld en de ernst van het grensoverschrijdend gedrag werd geminimaliseerd aan de hand van onder meer de volgende verwijten: Waarom hebben deze slachtoffers zo lang gewacht met hun klacht? Profiteren de slachtoffers niet van de #metoo-hype om zo wraak te kunnen nemen op Bart De Pauw? Smsjes kunnen toch zo erg niet zijn? Dergelijke opinies werden voornamelijk gedreven door een zeker ongeloof: het kon niet zijn dat een bekend en geliefd tv-figuur als Bart De Pauw zich tot zo’n gedrag zou verlagen. Maar niet alle opinies waren mild voor de TV-figuur. Ook Bart De Pauw werd algauw op basis van een minimum aan informatie als de Vlaamse Weinstein afgeschilderd.

Met horror zagen we hoe de publieke opinie op enkele uren tijd diverse levens meedogenloos verwoestte en hoe op basis van minimale informatie een heus rechtsproces in de sociale media werd uitgevoerd. Aangezien het niet aan ons is om de discussie over schuld of onschuld te voeren, ga ik mij hier niet focussen op de vraag of deze aantijgingen al dan niet waar zijn. Deze vraag kan door ons, verre omstaanders, gewoonweg niet beantwoord worden. De vraag die ik me hier wil stellen is hoe we de ontelbare zwart-wit meningen die zich razendsnel over het internet verspreidden, kunnen verklaren?

De zaak Bart De Pauw is ongewild een prototype voorbeeld geworden van het menselijk stereotiep denken. In de massa reacties op Twitter en Facebook zijn immers twee hardnekkige denkpatronen herkenbaar: het geloof in de rechtvaardige wereld en de defensieve attributie. Velen onder ons houden zich hardnekkig vast aan het idee dat de wereld rechtvaardig is. Volgens dit idee krijgt men wat men verdient. In het geval van een misdrijf impliceert dit doorgaans een veronderstelling dat het slachtoffer het zelf gezocht heeft en dus dat de pleger niet (al te zwaar) gestraft moet worden. Een tweede vaak voorkomend denkpatroon is de zogenaamde defensieve attributie. Hierbij speelt de graad van gelijkenis en identificatie een belangrijke rol. Hoe meer men zich met het slachtoffer kan identificeren, hoe minder men geneigd is om het slachtoffer te beschuldigen. Maar ook: hoe meer men zich met de pleger kan identificeren, hoe meer men geneigd is om het slachtoffer te beschuldigen.

Beide denkpatronen kunnen als een vorm van zelfbescherming beschouwd worden. Zo hoopt men bij de veronderstelling van een rechtvaardige wereld dat indien men zich normaal gedraagt, hem/haar ook niets ergs kan overkomen. Ook met de defensieve attributie probeert men zijn eigen wereldbeeld en de eigen persoon als het ware te beschermen. Indien men immers op het slachtoffer lijkt, omwille van bijvoorbeeld eigen ervaringen met geweld, is men niet geneigd om het slachtoffer, en dus impliciet zichzelf, te beschuldigen. Wanneer men zich eerder in de pleger herkent, omwille van bijvoorbeeld uiterlijke kenmerken, hetzelfde geslacht, en zelfs een zelfde zin voor humor, deinst men terug om de pleger, en dus impliciet zichzelf, te beschuldigen van grensoverschrijdende gedragingen. Beide denkpatronen, de rechtvaardige wereldtheorie en de defensieve attributie, kunnen belangrijke gevolgen met zich meebrengen. Beide denkpatronen zijn immers gerelateerd aan het fenomeen ‘victim-blaming’. Indien je een of beide redeneringen vertoont, verhoogt de kans dat je de schuld van het gewelddadig gedrag bij slachtoffers legt. Deze beschuldiging gebeurt doorgaans ongewild en impliciet; men is er zich dan ook maar zelden van bewust.

Kan men dergelijke denkpatronen vermijden? Niet echt. Deze denkpatronen gebeuren eerder automatisch en zijn eigen aan de mens. Je mag bovendien niet al te gauw denken dat je vanwege je opleiding in bijvoorbeeld de psychologie of vanwege je werkervaring als bijvoorbeeld hulpverlener, rechter of politieagent, hier immuun voor bent. Deze denkpatronen merken we zelfs bij de meest ervaren professionals op. Wel kunnen we ons enigszins proberen te wapenen tegen dergelijke gedachtegangen door ons telkens bewust te zijn van het feit dat deze denkpatronen bestaan en door ons eigen denken en oordeel in vraag te durven stellen. Wachten met het spreiden van je mening totdat je een genuanceerde en vooral gefundeerde mening kunt uiten, kan ook helpen.

Je kan je afvragen of dit een verschil zal uitmaken. Je bent toch baas over je eigen denken? Je brengt toch niemand schade aan met een mening? Het maakt wel degelijk een verschil, zeker wanneer je de noodzaak voelt om je mening onmiddellijk en ongezouten via de sociale media met de wereld te delen. Deze opmerkingen zullen de vermeende slachtoffers en pleger, alsook hun omgeving, vroeg of laat bereiken en dus zwaar treffen. Maar ook wanneer je je mening enkel in je eigen omgeving uit, kan je onbewust personen raken die zelf ooit het slachtoffer zijn geweest van een misdrijf. We moeten er ons bewust van zijn dat dergelijke -vaak impliciet- beschuldigende uitspraken de verwerking van de traumatische gebeurtenis bemoeilijken en de kans op de ontwikkeling van psychische problemen als depressieve en angstklachten, en zelfs een posttraumatisch stressstoornis significant vergroten. Het slachtoffer zal immers geneigd zijn om de schuld bij zichzelf te leggen. Dit geldt bovendien niet enkel voor slachtoffers, maar ook voor personen die (onterecht) beschuldigd werden, alsook voor hun kinderen, partner, en overige familieleden. Denk maar aan de zaak De Blokkendoos waarbij een leerkracht onterecht beschuldigd werd van kindermisbruik, een zaak die ook tot een resem beschuldigingen en een heuse massahysterie heeft geleid. Deze leerkracht worstelt tot op heden met diverse ernstige psychische klachten. We mogen tenslotte ook niet vergeten dat dergelijke harde uitspraken aan het adres van de vermeende slachtoffers en zelfs de vermeende pleger anderen maar weinig vertrouwen geven om met hun verhaal naar buiten te komen en de nodige hulp te zoeken. Het slachtoffer veronderstelt hierdoor dat iedereen -ook hulpverleners en justitie- de oorzaak bij hem/haar zal leggen. Maar ook personen die zelf dergelijke grensoverschrijdende gedragingen stellen of ooit gesteld hebben, en hiermee worstelen, zullen eerder niet geneigd zijn om hulp te gaan zoeken, uit angst om ongenuanceerd en meedogenloos aan de galg gehangen te worden.

Dus laat dit voor ons allen een uitdaging zijn: wacht met oordelen en probeer zo neutraal mogelijk te zijn. Onze mening kan immers gedreven worden door foutieve denkpatronen en zware gevolgen met zich meebrengen. Want beeld je even in: wat als jij de volgende keer het vermeende slachtoffer of de vermeende pleger bent? Dan hoop je toch op een eerlijk proces, ook in de sociale media?

Kasia Uzieblo

hoofdlector Forensische Psychologie, Thomas More

Interessante berichten

Virtual reality and pain reduction

Studenten Applied Psychology & Technology schreven afgelopen semester (2022-2023) samen blogberichten. De 3 beste berichten, over virtual reality en pijnreductie, sociale…

Lees meer

Nieuwsbrief Expertisecel Toegepaste Forensische Psychologie – Mei 2019

De voorbije maanden is de expertisecel Toegepaste Forensische Psychologie volop bezig geweest met het herorganiseren van de cel door de…

Lees meer