Het ene IQ is het andere niet

Het IQ is de oudste en meest gebruikte psychologische maat om het cognitief functioneren van mensen uit te drukken. Intelligentietests behoren dan ook steevast tot de vaakst toegepaste meetinstrumenten in de psychologie. De inhoud van IQ-tests zijn echter vaak heel verschillend en niet onderling inwisselbaar: het ene IQ blijkt het andere niet. Dat leidt niet zelden tot misverstanden, miscommunicatie en zelfs misbruik van het concept ‘IQ’ en de daaraan verbonden IQ-scores.

In de nieuwe editie van het Tijdschrift Klinische Psychologie (TKP) gaan onderzoekers Steven Joris en Marlies Tierens dieper in op het IQ-concept en het belang van het Cattell-Horn-Carroll (CHC)-model (McGrew & Flanagan, 1998) binnen intelligentiemeting. Zij geven aan dat dit model zowel een verklaring als een mogelijke oplossing zou kunnen bieden voor de verschillende problemen die er zijn rond het intelligentiebegrip. Daarnaast willen zij met het artikel onderstrepen dat men onder andere vanuit het Psychodiagnostisch Centrum (PDC) al jaren pleit voor het kritisch(er) gaan bekijken van tests en testgebruik, en het streven naar conceptuele helderheid omtrent het IQ-begrip.

Interessante berichten

Brochure getuigenissen van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de sport

Naar aanleiding van het VOICE Erkenningsmoment dat op 5.09.2017 op Thomas More plaatsvond, heeft Tine Vertommen een brochure uitgewerkt met…

Lees meer

CAP geeft fakkel door aan PDC

CAP zal dit jaar nog haar activiteiten stopzetten en overdragen aan het Psychodiagnostisch Centrum (PDC) van Thomas More. Het Coördinatieteam…

Lees meer

Welk instrument gebruik jij om het premorbide vaardigheidsniveau te schatten binnen een neuropsychologisch onderzoek?

Als hulpverlener leren we patiënten kennen vanaf dat hij patiënt is. De persoon van voor het letsel kennen we niet.

Wie hij was, HOE hij was, wat deze graag deed, waar hij goed in was, wat andere apprecieerden in hem… maar er wordt van ons wel verwacht om deze te begeleiden bij de hervatting van zijn leven.

 Het is echter wel van belang om te weten hoe iemand was en functioneerde voor de hersenbeschadiging. Wanneer dit goed in kaart gebracht wordt, kan er een optimaal revalidatietraject uit gestippeld worden.

Wanneer we echter diagnostische instrumenten hanteren is het mogelijk dat iemand gemiddeld presteert op een cognitieve taak in vergelijking met een gezonde steekproef, maar dat dit toch een verminderde prestatie is in vergelijking met zijn/haar premorbide functioneren. Dus het is niet voldoende om met cognitieve taken enkel de huidige cognitieve capaciteit van de patiënt in kaart te brengen, we moeten ook het niveau van functioneren van voor het oplopen van het letsel proberen in te schatten.

In de klinische praktijk wordt hiervoor veelvuldig de Nederlandse Leestest voor Volwassenen gehanteerd. Meet dit instrument nog steeds wat het beoogd te meten? 

 

Bron: 

Hermans, N., & van Dijck, J.-P. (2022). The “Dutch Reading Test for Adults” has Been Used for 29 Years to Estimate the Premorbid Performance Level, does it Still Meet the Expectations? Psychologica Belgica, 62(1), pp. 241–251. DOI: https://doi.org/10.5334/pb.1136

Auteurs: 

Noortje Hermans & Jean-Philippe Van Dijck

Interessante berichten

De zin en onzin van IQ-meting in het onderwijs

Sinds de suggestie om een IQ-meting te integreren in het onderzoek naar gelijke onderwijskansen, is er al heel wat inkt…

Lees meer

Bachelorproefproject – Telediagnostiek

This content is only available in Dutch. De coronacrisis zorgde bij veel organisaties in de gezondheidszorg voor een overstap van…

Lees meer

Telediagnostiek leidt tot betere prestaties dan fysieke testafname

In een exploratief bachelorproefonderzoek zijn enkele studenten nagegaan op welke manier en in welke mate een fysieke testafname verschilt van een digitale afname op afstand (telediagnostiek). De studenten hebben enkele bewust gekozen subtests afgenomen bij een groep proefpersonen, zowel fysiek als digitaal, en de resultaten met elkaar vergeleken.

De groep proefpersonen bestond uit 20 deelnemers, zowel mannen als vrouwen, tussen 20 en 40 jaar. De testbatterij bestond uit Puntreeksen (COVAT 9½-20), Matrix Redeneren (WAIS-IV-NL) en Cijferreeksen (WAIS-IV-NL).  Deze subtests zijn bewust gekozen omwille van de variatie in opdrachttype (e.g. reproductie, deductie) en afnamevorm (e.g. mondeling, schriftelijk). Voor iedere deelnemer werden twee meetmomenten voorzien, een online meetmoment (conditie 1) en een fysiek meetmoment (conditie 2). Deelnemers werden gelijk verdeeld over beide condities waarbij de ene helft van start ging met een online afname (gevolgd door een fysieke afname), en omgekeerd voor de andere helft. Eventuele volgorde-effecten werden op deze manier geminimaliseerd. Ook werd een periode van minstens twee maanden voorzien tussen de eerste en de tweede afname om eventuele leereffecten te vermijden.

De resultaten toonden geen significant verschil tussen de prestaties op de subtests Puntreeksen en Matrix Redeneren. Bij de subtest Cijferreeksen daarentegen werd wel een significant verschil (p=0,026) gevonden tussen de online afname (M=31,40; SD= 4,27) en de fysieke afname (M=29,70; SD= 3,91).

De meeste proefpersonen gaven aan dat ze bij de online afname minder afleiding ervaarden. Aangezien concentratie en aandacht cruciaal zijn bij de subtest Cijferreeksen (i.e. reeksen van willekeurige cijfers vasthouden in het werkgeheugen en reproduceren in dezelfde volgorde) kan het verschil in prestatie hieraan te wijten zijn. Het feit dat men minder afleiding ervaarde kan verschillende redenen hebben: het gebruik van een oorbedekkende hoofdtelefoon zou een betekenisvolle factor zijn geweest, aangezien omgevingsgeluiden op deze manier significant werden gedempt. Ook gaven enkele deelnemers aan dat de fysieke afwezigheid van de testleider de prestatiedruk verminderde. Ten slotte presteren proefpersonen mogelijks ook beter in de veiligheid van een bekende (thuis)omgeving – een fenomeen dat in voorgaand onderzoek reeds is bevestigd. Dergelijke elementen spreken in het voordeel van telediagnostische testafnames.

Gezien de beperkte steekproefgrootte dienen bovenstaande bevindingen met voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd. Dit onderzoek was in de eerste plaats exploratief van aard. Het biedt echter wel inzicht in de verschillende mogelijkheden van telediagnostiek. Het verder verkennen van deze innovatieve manier van testafname en diagnostisch onderzoek, en de voordelen die het kan hebben ten opzichte van klassieke testafnames voor bepaalde subtests, strekt dan ook tot de aanbeveling.

Bachelorproef: Is het afnemen van een cognitieve vaardigheidstest mogelijk via beeldbellen?
Studenten: Bruurs Amber, De Boever Lauren, Van Hoeck Febe, Van Kerkhoven Demi
Promotor:
Ivo Bernaerts
Partner: Steven Joris

Hier vind je de kennishub rond digitale diagnostiek van het PDC, met meer informatie rond telediagnostiek.

Interessante berichten

Bachelor dissertation project- how VR and 360° video also find their way to residential care facilities

This blog post is unfortunately only avaible in Dutch. Bewoners van woonzorgcentra met VR-brillen lijkt misschien niet vanzelfsprekend, maar niets…

Lees meer

New interns at the Expertise Unit Psychology, Technology & Society

The Expertise Unit Psychology, Technology & Society has 2 new members for the academic year 2022-2023. They briefly introduces themselves here. Hello!…

Lees meer

30.03.2023 | Diagnostiek van gedrag en emoties bij kinderen en jongeren

Naast informatie uit gesprekken en andere methodieken, is het gebruik van vragenlijsten een aanvulling bij de diagnostiek rond gedrag en emoties. Welke vragenlijsten gebruik jij om het gedragsmatig en emotioneel functioneren van kinderen en jongeren in kaart te brengen? Heeft jouw kast een make-over nodig of kan deze nog een aantal seizoenen mee?

Deze vorming gaat dieper in op het meest gebruikte testmateriaal in Vlaanderen om gedrag en emoties in kaart te brengen. We focussen op een aantal vragenlijsten die een meerwaarde kunnen zijn en geven je handvaten om het meest geschikte materiaal te selecteren binnen jouw praktijk.

SprekerMarlies Tierens, PhD, klinisch psycholoog, lector psychodiagnostiek, medewerker Psychodiagnostisch Centrum en onderzoeker rond cognitieve vaardigheden.

Meer praktische informatie vind je hier.

Interessante berichten

24.03.2022 | Testival

Het Psychodiagnostisch Centrum (PDC) stelt voor: het grote Testival! Ben jij op de hoogte van de meest recente diagnostische instrumenten…

Lees meer

21.04.22 | Het zeer lage IQ

Het zeer lage IQ: een meet- en werkwijzer voor intelligentiemeting bij personen met een verstandelijke beperking Hoe test je cognitieve…

Lees meer

18.11.2022 | Testgeheimen onthuld: de interpretatie van testscores

“Indexscore, IQ, afgeleide uitslagen, T-scores, stanines, percentielen, z-scores, …: norm- of standaardscores heb je in allerlei vormen en maten. Samen met de observaties en gegevens uit andere bronnen helpen ze ons om testresultaten betekenis te geven. Maar wat is het verschil tussen genormaliseerde en lineaire –scores? En hoe interpreteer je ze dan?”

Deze sessie gaat dieper in op de verschillende soorten normen en wat dit betekent voor de praktijk. Wanneer blijf je best bij de interpretatie vanuit de handleiding en wanneer kan je een meer algemene interpretatie toepassen? Welke scores of interpretaties mag je met elkaar vergelijken, en wanneer moet je meer voorzichtig zijn?

Na deze sessie hebben normscores geen geheimen meer en kan je vol vertrouwen aan de slag met de interpretatie van testscores.

SprekerMarlies Tierens, PhD, klinisch psycholoog, lector psychodiagnostiek, medewerker Psychodiagnostisch Centrum en onderzoeker rond cognitieve vaardigheden.

Meer praktische informatie vind je hier.

Interessante berichten

21.04.22 | Het zeer lage IQ

Het zeer lage IQ: een meet- en werkwijzer voor intelligentiemeting bij personen met een verstandelijke beperking Hoe test je cognitieve…

Lees meer

18.11.2022 | Testgeheimen onthuld: de interpretatie van testscores

“Indexscore, IQ, afgeleide uitslagen, T-scores, stanines, percentielen, z-scores, …: norm- of standaardscores heb je in allerlei vormen en maten. Samen…

Lees meer

CAP geeft fakkel door aan PDC

CAP zal dit jaar nog haar activiteiten stopzetten en overdragen aan het Psychodiagnostisch Centrum (PDC) van Thomas More. Het Coördinatieteam Antwerpen voor Psychodiagnostiek, dat in 1989 is opgericht door Walter Magez, heeft zich decennialang ingezet voor kwaliteitsverbetering van de psychodiagnostische praktijk, in het bijzonder deze binnen de CLB-context en aansluitende diensten. CAP stond vooral bekend voor de aandacht die ze besteedde aan het gebruik van kwaliteitsvolle instrumenten. Zo was CAP één van de eerste (en weinige) instanties die testbeoordelingen publiceerde op haar website. Door de jaren heen heeft CAP meer dan 200 instrumenten beoordeeld en het werkveld hiermee van de nodige kwaliteitsgaranties voorzien. Daarnaast investeerde CAP ook heel wat energie in de aanpassing en ontwikkeling van kwaliteitsvolle instrumenten voor de Vlaamse context, o.a. in de samenwerking met PDC rond de ontwikkeling van de COVAT-reeks.

CAP kijkt terug op een geslaagde werking en is dankbaar voor het vertrouwen dat ze genoten. Na drie decennia geven ze de fakkel door aan PDC Thomas More. Op korte termijn verandert er niets voor de gebruikers: het CAP-vademecum blijft bestaan met toegang voor leden. Ook P2-Dianet blijft voorlopig behouden. De publicaties die onder CAP zijn uitgegeven kunnen via de website van PDC Thomas More nog steeds besteld worden. Vragen naar beoordeling van een instrument kunnen vanaf nu ook gericht worden aan testbeoordeling@thomasmore.be. Indien er in de toekomst wijzigingen zouden gebeuren, houdt het PDC-team jullie op de hoogte.

PDC Thomas More bedankt CAP en haar medewerkers nadrukkelijk voor het vele werk dat ze de voorbije jaren verricht hebben en de grote meerwaarde die ze hebben betekent voor het diagnostische werkveld. Daarnaast zijn we vereerd dat PDC Thomas More de geprefereerde partner is om het werk van CAP te continueren.

 

Interessante berichten

Heights in 360° VR video on YouTube

The Expertise unit Psychology, Technology & Society recently recorded a number of locations of variable height in 360° VR video. The two…

Lees meer

Rondvraag naar attitudes t.a.v. psychodiagnostiek en het testgebruik in Vlaanderen.

Het Vlaams Forum voor Diagnostiek, de Belgische Federatie voor Psychologen i.s.m. EFPA én de VVKP houden een rondvraag waarin uw…

Lees meer

Lancering informatiehub digitale diagnostiek

Het Psychodiagnostisch Centrum heeft een informatiehub aangemaakt rond digitale diagnostiek. De expertisecel PDC volgt de tendensen rond e-assessment goed op, waarbij vooral telediagnostiek (‘diagnostiek op afstand’) sinds de start van de COVID-pandemie een belangrijkere plaats inneemt binnen de psychodiagnostiek. Gebaseerd op diverse informatiebronnen van zowel nationale als internationale autoriteiten zijn verschillende onderdelen rond telediagnostiek uitgewerkt en samengevoegd. Het PDC tracht op deze manier belangrijke informatie rond tele– en digitale diagnostiek te centraliseren en te structureren. De informatiehub is raadpleegbaar voor collega’s, studenten en het werkveld, en maakt deel uit van de PDC-dienstverlening. Suggesties ter aanvulling zijn steeds welkom via pdc@thomasmore.be. De informatiehub kan hier worden geraadpleegd. 

Interessante berichten

Dient België een Cruz-scenario te vrezen?

Op 14 februari 2018 opent de 19-jarige Nikolas Cruz het vuur op zijn voormalige medestudenten in een middelbare school in…

Lees meer

Wil je je intelligentie eens testen?

Wat? Ben je altijd wel eens benieuwd geweest naar je cognitieve vaardigheden? Heb je interesse om zelf eens te ervaren…

Lees meer

Creating equal opportunities in education by means of academic language.

Pupils from a less advantaged background, such as a low socioeconomic status or a native language other than Dutch, do not always fulfil their potential in terms of academic success. The project ‘Creating equal opportunities at school: Empowering pupils from less-advantaged backgrounds through teaching academic language’, financed by Erasmus+, contributes to bridging the gap between these pupils’ current academic success and their cognitive talent by means of teaching Dutch academic language. Bureau Talent is the project leader and the Centre for Psychological Assessement (Dr. Marlies Tierens & Caroline Dejonghe, Thomas More Antwerp) participates in the research team, together with Prof Dr. Lianne Hoogeveen and Birgit Broekhoven.

The results of the project have been published here.

Inequality in education is a big problem in every prosperous country. The Netherlands and Belgium even belong to the 10 countries in the world where socioeconomic status has the biggest impact on school success[1]. Socioeconomic status is the position people have in society. Examples of indicators that are used to measure socioeconomic status for children are: the language spoken at home and the income, professional status and educational level of their parents[2]. Inequality in opportunities means that background and socioeconomic status, instead of cognitive or academic abilities, determines academic success[3]. Language seems to play an important role in this.

It is essential that schools, pupils and parents become aware of this problem. Also, they should know where to find and how to make use of the learning materials that are available to teach pupils ‘school language’, also called academic language. The project ‘Creating equal opportunities at school: Empowering pupils from less-advantaged backgrounds through teaching academic language’, financed by Erasmus+, offers a solution. The purpose of this project is to improve the academic language skills of cognitively talented pupils from less advantaged backgrounds. It aims to increase the chance that these pupils’ academic success is in line with their potential because language is no longer a barrier, leading to a growth in their motivation and self-confidence.

Different experts and schools from the Netherlands, Belgium and the UK are working together in this project, benefiting from each other’s experience and expertise. A similar project, which served as an example for this current project, has been carried out in the UK. It was called the REAL-project[4], and the results were very positive.

The first step in the Erasmus+ project is to select cognitively talented pupils from a less-advantaged background through a culture fair test. The 10% to 20% of best scoring pupils per school will start working with the Dutch academic words in September 2019. The project ends in June 2021, after which it will be evaluated.

The selected pupils will use on online programme to help them learn academic Dutch. Teachers and experts have worked together to compile a list of academic words, based on previously developed lists. The online programme allows pupils to actively study and use the words. The aim is that they will be able to recognize and use academic language in formal school settings as well as in their everyday lives so that a lack of language skills no longer forms a barrier when it comes to academic success.

The project is innovative because this is a target group which is underrepresented in many Gifted-and-Talented programmes. The way pupils are selected and the development of an academic word list in Dutch is also new. From a broad perspective, the end goal should be that the influence of socioeconomic status on talent development, school results and school success will diminish. This fundamental change could ultimately lead to a more diverse and equal society.

[1] UNICEF Office of Research (2017). Building the future: Children and the sustainable development goals in rich  countries. Opgehaald van https://www.unicef-irc.org/publications/pdf/RC14_eng.pdf

[2] Inspectie van het Onderwijs (2016). De staat van het onderwijs [Onderwijsverslag 2014/2015]. Opgehaald van https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/publicaties/2016/04/13/staat-van-het-onderwijs-2014-2015

[3] Onderwijs in Cijfers (2018). Eindexamens voortgezet onderwijs 2016/2017. Opgehaald van https://www.onderwijsincijfers.nl/kengetallen/vo/leerlingen-vo/prestaties-eindexamens

[4] http://www.realproject.org.uk/

Interessante berichten

e-Learning module GGZ voor de Stad Antwerpen

De Dienst Gezondheid van de stad Antwerpen wil graag de aandacht vestigen op het belang van het zorg dragen voor…

Lees meer

Training: Assessing and treating stalkers

Op 19.04.2018 organiseert de expertisecel een studiedag over de assessment bij en behandeling van stalkers. Onze spreekster is niemand minder…

Lees meer

Samenwerking tussen Psychodiagnostisch Centrum Thomas More en Cebir leidt tot een eerste tastbaar resultaat

Het Psychodiagnostisch Centrum van Thomas More (PDC) en Cebir hebben in samenwerking de nieuwe test COVAT Space OL ontwikkeld die de visuele informatieverwerking van kandidaten kan meten. De samenwerking met Cebir, een Belgische testontwikkelaar die zich sterk inzet om het selectie- en coachingproces op de arbeidsmarkt te optimaliseren, maakt het mogelijk om de test in te zetten binnen de HR context van werving en selectie.

Beide partijen hebben de intentie om ook andere testmodules rond o.a. fluïde redeneren of gekristalliseerde kennis verder te ontwikkelen en op zoek te gaan naar nieuwe toepassings- en gebruiksmogelijkheden ervan. De keuze werd dan ook gemaakt om de test samen door te ontwikkelen tot een adaptieve tool gericht op de (Belgische) arbeidspopulatie en aangepast aan de nieuwste theoretische inzichten en technologische ontwikkelingen. Meer weten?

Interessante berichten

Rondvraag naar attitudes t.a.v. psychodiagnostiek en het testgebruik in Vlaanderen.

Het Vlaams Forum voor Diagnostiek, de Belgische Federatie voor Psychologen i.s.m. EFPA én de VVKP houden een rondvraag waarin uw…

Lees meer

24.03.2022 | Testival

Het Psychodiagnostisch Centrum (PDC) stelt voor: het grote Testival! Ben jij op de hoogte van de meest recente diagnostische instrumenten…

Lees meer

Bachelorproefonderzoek: is telediagnostiek het nieuwe normaal?

Dankzij de COVID-19 crisis is de toepassing van telediagnostiek in een stroomversnelling geraakt. Het uitvoeren van diagnostisch onderzoek via allerlei technologische communicatiemiddelen is nu meer dan ooit mogelijk. En we hebben gezien dat deze manier van werken ook binnen de klinische praktijk haar intrede heeft gemaakt.

Maar is dit wel een goede zaak? Wat betekent het inzetten van moderne communicatiemiddelen, zoals beeldbellen en schermdelen, voor de psychodiagnostische praktijk? Wat betekent dit voor de manier waarop de diagnosticus zijn of haar testpraktijk vormgeeft? Welke zijn de voor- en nadelen? En is telediagnostiek het ‘nieuwe normaal’ binnen de psychodiagnostische praktijk?

Vanuit de expertise-unit Psychodiagnostisch Centrum volgen we deze tendens uiteraard graag op de voet op! Het komende academiejaar zullen een aantal derdejaarsstudenten dan ook aan de slag gaan met dit topic. Ze zullen aan den lijve ondervinden hoe telediagnostiek in zijn werk gaat door een aantal cognitieve vaardigheidstests ‘van op afstand’ af te nemen bij verschillende proefpersonen. Dit exploratief onderzoek tracht antwoorden te vinden op volgende vragen: Hoe kan een pen-en-papier intelligentietest van op afstand worden toegepast bij een cliënt? Welke zijn de valkuilen? Zijn er ook voordelen? Is tele-diagnostiek werkelijk de toekomst?

Steven Joris

Interessante berichten

VAPH hecht groter belang aan betrouwbaarheidsinterval bij IQ-bepaling

Begin dit jaar kwam het Kwaliteitscentrum Diagnostiek naar buiten met een nieuw classificerend diagnostisch protocol voor een verstandelijke handicap. Dit…

Lees meer

Dient België een Cruz-scenario te vrezen?

Op 14 februari 2018 opent de 19-jarige Nikolas Cruz het vuur op zijn voormalige medestudenten in een middelbare school in…

Lees meer